het roodborstje
Koffie drinken. Ik zeg.
Wat heeft u veel eten ophangen voor de vogeltjes.
Anders komen ze niet, zegt ze oude dame.
We praten over vogels en wat ze wel of niet eten.
Ach kijk. Het roodborstje is er weer. Daar in de dennenboom.
Ik kruip achter de stoel van de oude dame om in de zelfde blikrichting te zitten.
Heel voorzichtig. Wil het vogeltje niet verstoren. Hoe ik ook tuur. Zie geen roodborstje.
Kijk daar. Hij zit heel stil.
Zie niks. Zie geen roodborstje.
Wat ik wel zie is de reflectie van een grote rode kerstbal die in de vensterbank ligt.
Zie je het?
Hmmm.
Snel. Een veiliger onderwerp. Geen vogels. Niet lachen. Tien minuten later.
Nou moet je toch eens kijken. Dat roodborstje zit wel heel lang stil in de boom.
Zou het wel een roodborstje zijn?
Ik kijk naar de dennenboom. Laat een pauze vallen.
Of zou het die dikke rode kerstbal zijn, die daar in de vensterbank ligt?
Dan mag er eindelijk gelachen worden.